Niels Vink
en zijn signature dish 'Pasta di Nelis'
Toen Niels Vink één jaar was, verloor hij door een bacteriële infectie beide benen en enkele vingerkootjes. Het waren spannende tijden, waarbij zijn leven zelfs aan een zijden draadje hing. Gelukkig liet de kleine Niels zich niet uit het veld slaan. Letterlijk, mogen we wel zeggen. Want inmiddels staat hij torenhoog in de top van de beste rolstoeltennissers ter wereld. Tennist Niels niet, dan vind je hem achter zijn Playstation, op de volleybaltribune om zijn vrienden aan te moedigen of op de glijbaan in een Turks all inclusive resort.
Of je kunt leven van een carrière als rolstoeltennisser? “Ja, maar dan moet je wel alles winnen,” lacht Niels. “Dat lukt op dit moment aardig. En het scheelt enorm in de kosten dat ik nog bij mijn ouders woon. Natuurlijk wil ik op den duur iets voor mezelf, maar het is ook wel gezellig en handig zo. Ik kom van de training terug, ga douchen en kan meteen aanschuiven aan tafel.” Wat Niels dan het liefste eet? “Italiaans. Maakt niet uit wat. Pasta, pizza, risotto… ik vind het allemaal even lekker.”
Zelf koken doet Niels amper. “Ik maak eigenlijk maar één gerecht en dat is pasta met rode saus, gehakt, courgette, paprika en tabasco. Heel simpel, maar altijd goed. Het heet pasta di Nelis. In de tenniswereld noemt eigenlijk iedereen me Nelis in plaats van Niels, vandaar…”
Chillen op die billen
Of Italië dan ook zijn favoriete vakantieland is? “Ja, samen met Spanje en Turkije. Met name Turkije is fijn, want het is er altijd goed weer en ze hebben van die heerlijke all inclusive resorts waar ik helemaal niks hoef te doen. Vorig jaar na Wimbledon ben ik er ook een week geweest met mijn neef. We hadden ons voorgenomen om van alles te ondernemen, maar uiteindelijk zijn we maar één keer van het resort af geweest. En dat was alleen omdat het zó heet was, dat de glijbanen in het waterpark dicht waren.”
Niels traint elke (werk-)dag van de week. Eerst was dat nog redelijk in de buurt van zijn woonplaats Helmond, maar inmiddels reist hij vijf keer per week af naar Zevenaar. “Ik was zo blij dat ik zelf kon gaan rijden toen ik 18 werd. Vroeger was ik erg afhankelijk van familie die me overal naar toe moest brengen. Nu heb ik een auto die ik helemaal met mijn handen kan bedienen. Dat maakt me veel vrijer en onafhankelijker.”
Zijn inmiddels overleden opa is de reden geweest dat kleine Niels begon met tennis. “Opa was fanatiek lid bij TV Carolus in Helmond en ik ging vaak met hem mee. Toen daar LG-tennis (tennis voor lichamelijk gehandicapten, red.) werd opgezet, ben ik dat gaan proberen. Al snel was ik niet meer te houden. Mijn opa was mijn grootste fan en reed me overal naar toe. Of ik nu in Groningen of in België moest spelen, opa was erbij. Hij is helaas een paar jaar geleden overleden.”
De medailles die Niels won op de Paralympische Spelen van Tokio heeft zijn opa dan ook niet meer mogen meemaken. Maar de rest van zijn familie was des te trotser! “Het is zó speciaal om op het allergrootste sportevenement ter wereld te spelen, dat is niet te beschrijven. En dan waren de spelen van 2021 vanwege corona nog redelijk ingetogen. In Parijs hoop ik de volle ervaring mee te kunnen pakken.”
Nooit meer terug naar school
Voordat Niels doorbrak als toptennisser, volgde hij een opleiding tot gymdocent in het basisonderwijs. “Ik heb de eerste twee jaar goed doorstaan, maar op een gegeven moment was het niet meer te combineren met het tennis. Ze hebben me wel toegezegd dat als ik terug wil komen, ik gewoon kan instromen waar ik ben gebleven. Maar eerlijk gezegd moet ik er nu niet meer aan denken om terug te gaan naar school. Als ik stop met tennis, zou ik wel voor Nike willen gaan werken. Al voordat ze me gingen sponsoren, vond ik dat het vetste merk ooit. Ze reizen regelmatig af naar belangrijke toernooien om daar de kleding te overhandigen aan de tennissers. Dan regelen ze er vaak iets grappigs bij als een minigolfbaantje of een 360-graden filmpje. Ik ben op uitnodiging van Nike een keer naar hun hoofdkantoor in Portland geweest. Kom ik daar binnen, zie ik een megagrote banner van mezelf hangen. Dat was wel een momentje hoor!”
Naar links… naar rechts!
Ze komen sporadisch voor, maar als Niels een dag heeft waarop hij nergens rekening mee hoeft te houden, dan zou hij tot minstens 11 uur uitslapen. “Staat er helemaal niets gepland, dan kan ik gerust de hele dag achter mijn Playstation zitten. Call of Duty is op dit moment favoriet. Of ik kijk Formule 1 met vrienden. Daarna bestellen we meestal wat of gaan we ergens eten. Ook moedig ik mijn vrienden graag aan als ze aan het volleyballen zijn. En heel soms, als ik terugkom van een toernooi, ga ik op stap. Ik ben met carnaval nog op Stratumseind geweest en binnenkort ga ik meemaken hoe we naar links en rechts gaan tijdens het concert van Snollebollekes in het GelreDome. Ik ben erg benieuwd!”
Lekker laten gaan
Of Niels wel eens last heeft van starende blikken of vervelende opmerkingen? “Het gebeurt wel, maar ik zie het niet. Anderen zitten er meer mee dan ikzelf. Vrienden vragen regelmatig of ze iets moeten doen als ze zien dat iemand naar me kijkt of over me praat. ‘Lekker laten gaan,’ zeg ik dan.” De goedlachse Helmonder heeft namelijk genoeg zelfspot als het gaat om zijn lichamelijke beperking. Zo is zijn username op de PlayStation ‘manke Nelis’. “Ik heb er totaal geen moeite mee. Nooit gehad ook.”