Jermain Grünberg

Voor het interview begint, kijken we kort naar de jonge talentjes die hun training afwerken. Hoe kijkt Jermain naar deze kinderen? Ook hij was ooit ‘een menneke’ dat hard trainde en droomde van succes. “Ik kan me dat nog heel goed herinneren. Dat was écht een mooie tijd. Je leerde steeds iets nieuws, het was meer vrijblijvend. Je kon gewoon lekker trainen en je ding doen. Ik heb dat nog nooit eerder verteld, maar nu móét je presteren. Het is je werk geworden. En daar ben ik echt blij mee, want dit is wat ik altijd al wilde. Maar toch was het ook mooi om nog gewoon te mogen spelen.” 
 
Zijn werk is het mooiste wat er is, maar brengt ook een levensstijl mee die redelijk strikt is. Jermain neemt ons mee in een voor hem gemiddelde dag. “Om 08.30 gaat mijn wekker, dan blijf ik nog even liggen en dan moet ik ‘uitchagrijnen’. Ik ben absoluut geen ochtendmens. Daarna eet ik een broodje, maak me klaar voor de training en haal nog even een koffietje en een AA-tje. Tussen 10.00 en 12.00 heb ik een training en ga dan naar huis voor een pauze. Die duurt twee uur, dus er is alle tijd om te eten en bijvoorbeeld te gamen. Naast het gamen heb ik verder geen echte hobby’s, maar het kan ook zijn dat ik een Netflix-serie ga kijken. Dan volgt de middagtraining tot 18.00 en dan is het thuis koken, avondeten, naar bed en de volgende dag ongeveer hetzelfde schema.” 

De man van titanium 
Ondanks genoeg Netflix-uurtjes, heeft Jermain geen kijktip voor de lezers. En dat komt volgens hemzelf omdat zijn smaak zo enorm breed is. Voor zowel series als muziek. Hij laat zijn telefoon zien; “Kijk, dit heb ik pas nog geluisterd, Fleetwood Mac, dat is wat oudere muziek. Maar ik luister ook 2Pac, John Denver of Coldplay. Heel breed dus. En met series is het eigenlijk hetzelfde. Ik kijk alles: van thriller tot komedie en alles ertussenin.”  
Een opvallende favoriet is de Japanse animatieserie My Hero Academia. Zoals de titel al weggeeft, een serie over superhelden met dito krachten. Als hij zelf een superkracht mocht kiezen, welke zou dat dan zijn? 
 
“Vliegen lijkt me gaaf, maar ik zou het liefste van titanium zijn. Dat je heel erg sterk bent en gewoon niks kunt breken.” Een begrijpelijk antwoord. Blessures zijn de talentvolle turner helaas niet vreemd. De weg omhoog is al even ingeslagen en dus kijken we vooral vooruit! Om precies te zijn naar 2026 en 2028. Het is zijn droom om ooit nog naar Indonesië te gaan, het geboorteland van zijn vader. Het WK Turnen vindt er in 2026 plaats en daarmee komt zijn droom misschien tóch een beetje uit. Toevallig, want ook een andere bestemming die hij op zijn bucketlist heeft staan, komt dichterbij: Los Angeles. Met zijn talent en de groei in prestaties is het een reële kans dat hij er in 2028 op de Spelen mag staan. 

Mocht hij er in Indonesië en LA bij zijn, dan beseft Jermain dat sightseeing er op die momenten niet in zit. En dat vindt hij wel belangrijk op een vakantie. “Ik snap heel eerlijk gezegd niet dat als je op vakantie gaat, je niets van een land ziet omdat je bijvoorbeeld heel veel uitgaat. Dat kan toch ook in Nederland? Ik wil het landschap en de cultuur zien!” Lachend voegt hij eraan toe. “En ook gewoon in de zon op een bedje liggen hoor.” 

Die reiswensen, dat kost uiteraard nogal wat. Laten we zeggen dan hij een miljoen euro wint, geeft hij het geld dan uit aan een wereldreis? “Nee, en ik geef ook niets om dure auto’s of horloges. Onlangs zei ik nog dat ik dan een turnhal vol bruggen zou kopen. Maar het wordt denk ik gewoon sparen en een appartement kopen. In eerste instantie natuurlijk vlak bij de turnzaal. En later ga ik denk ik wél weer terug naar Tilburg.”  
Zijn familieleden wonen nog veelal in of rondom Tilburg. Allemaal blijken zij groot fan van Jermain te zijn. “Ik heb goed contact met mijn familie. Van beide kanten leeft iedereen heel erg mee.  Ik heb daarom ook een groepsapp met 35 mensen zodat ik informatie kan sturen over mijn wedstrijden, uitslagen of geturnde oefeningen. Iedereen is altijd op de hoogte van wat ik doe!”