Van 'boven water blijven' naar enthousiasme voor de zwemsport
Het TeamNL centrum van BrabantSport werkt ten behoeve van het verbeteren van Brabantse topsportprestaties nauw samen met fieldlabs. Het InnoSportLab de Tongelreep is er daar een van. In Eindhoven werken wetenschappers en ondernemers actief samen aan het zwemmen van de toekomst. Met veel technologische ondersteuning worden de kleinste details gemeten en verbeterd. Dat helpt sterk mee om de medaillekansen van de Nederlandse zwemtop te vergroten. Ook wordt hier nagedacht over de basis van dit topzwemmen, met andere woorden, hoe moet een zwemles er in de toekomst uit zien. Rasbrabander Roald van der Vliet (ook onderdeel van het netwerk van aanvoerders van ambitie) is de man die alles aanstuurt en nog net zo gedreven als hij was in zijn eigen zwemcarrière!
Wetenschap in de zwemsport
Jaren geleden kwam de Johan Cruijff van het zwemmen, Jacco Verhaeren op Roalds pad toen hem gevraagd werd of hij assistent wilde worden bij PSV zwemmen. Assistent van de grootste zwemtrainer van Nederland. ‘Mijn antwoord was dat ik niemands assistent wilde zijn en liever zijn baas wilde worden of minimaal gelijkwaardig zijn.’ Veel later, in 2005, zijn Roald en Jacco uit eten gegaan. Ze spraken toen over het gegeven dat er te weinig wetenschap in de zwemsport zit. ‘We waren het er beiden over eens, maar het ontbrak aan de benodigde middelen. Via ‘zwemprofessor’ Huub Toussaint, de vader van Kira, kwam ik uiteindelijk als manager terecht bij het innovatielab. Van nature en vanuit mijn familiegeschiedenis ben ik meer een ondernemer. We maakten gebruik van camera’s om metingen te verrichten. Dat was allemaal veel te lastig voor mensen zoals ik met twee linkerhanden. We hebben daarop veel stagiaires binnengehaald. Daarnaast was er de ambitieuze Sander Schreven. Hij is een groot wetenschappelijk talent en heeft de gouden combinatie. Hij kan ook nog eens goed met de sportwereld omgaan én hij kan dingen maken!’
Toekomst van het zwemmen
Het harde werken in het lab leverde geweldige resultaten op. De zwemtop profiteerde! Een volgende stap was het vinden van meer talent. Volgens Roald is daarvoor een enthousiasmering van de jeugd broodnodig. ‘Nu is sport voor de jeugd vaak een lesje en linkt het niet naar de sportwereld. Dat is de dood in de pot en brengt de toekomst van onze sport zelfs in gevaar. Binnen de zwemwereld moet er wat veranderen. Kinderen halen gemiddeld tussen hun 4e en 6e jaar hun zwemdiploma. Dan is er drie jaar niets voordat ze bijvoorbeeld bij PSV terecht kunnen. Dat moet anders. Er moet ook meer kindgericht gewerkt worden. Kinderen moeten spelend kunnen leren. Ook moet er aandacht zijn voor leuke dingen naast de trainingen. Van de 180.000 kinderen die ieder jaar hun diploma halen stromen er slechts 5000 door naar het zwemmen als sport.’
Leren door innoveren
Een van de innovatieprojecten heet Swimsight. ‘Dit gaat over talent herkennen. Ook hier geldt dat enthousiast maken net zo belangrijk is als het meten van verbeteringen. We meten nu bijvoorbeeld of kinderen het zwemmen ook leuk vinden. Vinden ze het leuk om door dat gat onder water te zwemmen of moeten ze janken. Swimsight is een mooie innovatie. We moeten overigens niet alleen innoveren om te innoveren, we moeten vooral de huidige problemen zoals kadertekorten op gaan lossen.’
Tip voor jou
Een prachtige quote van de bevlogen zwempromotor is: ‘Begin klein. En begin vooral met toepasbare zaken. Op basis van successen van kleine innovaties doorgaan met de volgende stap en…. vooral niet stoppen, maar steeds blijven doorgaan!’