Olympische route van Brabantse schoonspringsters begint deze maand op WK in Japan

Schoonspringsters Celine van Duijn, Inge Jansen en Else Praasterink zijn vanaf medio juli te bewonderen op het WK in het Japanse Fukuoka. BrabantSport volgde het drietal – en hun coach Ramon de Meijer – in het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion tijdens één van de laatste trainingen voor vertrek naar het Verre Oosten.

Bewegingloos staan Celine van Duijn en Inge Jansen op drie meter hoogte naast elkaar, ieder op hun eigen duikplank. Volledig gefocust staren ze naar het water en tellen ze af voor hun synchroonsprong; de anderhalve salto voorwaarts gehoekt. Luttele tellen later verdwijnen hun benen geheel synchroon in het water. Aan de badrand kijkt bondscoach Ramon de Meijer geconcentreerd toe en geeft een goedkeurend knikje als de dames weer boven water komen. Even later bestuderen ze gedrieën de sprong tot in detail op een groot beeldscherm aan de rand van het zwembad.

Op één van de laatste trainingen voordat de nationale schoonspringploeg afreist naar Japan worden de puntjes op de i gezet. In Fukuoka komen drie Nederlandse schoonspringsters in acte. Behalve Inge Jansen (alleen synchroon met Van Duijn vanaf de 3-meterplank) en Celine van Duijn (synchroon plus individueel 3-meterplank) maakt ook Else Praasterink (10-meterplatform) meter haar opwachting op het wereldtoneel. De 29-jarige Inge Jansen en de 30-jarige Celine van Duijn maken al ruim tien jaar deel uit van de Nederlandse selectie. Samen met de voormalige topper Uschi Freitag (in 2017 gestopt) zetten zij het Nederlandse schoonspringen in het vorige decennium op de kaart.

Financieel moeilijke tijden
Jansen en Van Duijn maakten de moeilijke tijden mee waarbij er geen enkele euro vanuit NOC*NSF werd overgemaakt naar het topsportprogramma schoonspringen van de KNZB. Met bijbaantjes naast hun intensieve springcarrière wisten de dames financieel het hoofd boven water te houden. Ze klaagden nooit, deden alles uit passie voor hun sport. ‘De liefde voor de sport zit nu eenmaal heel diep bij ons’, zegt Jansen, terwijl Van Duijn instemmend knikt.

Dankzij hun uitstekende prestaties in de afgelopen jaren beschikken Jansen en Van Duijn inmiddels al langere tijd over een A-status (minimuminkomen) waardoor ze kunnen leven van hun sport. De dames hebben bovendien van dichtbij gezien hoe de faciliteiten in het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion steeds verder werden geprofessionaliseerd. Dankzij het TeamNL centrum van BrabantSport kan de schoonspringselectie een beroep doen op onder meer een krachttrainer, fysiotherapeut, diëtist en mentale begeleiding. Van Duijn: ‘Dat is allemaal supergoed geregeld. Een groot verschil met het begin van onze carrière.’ Jansen: ‘Er heerst hier ook voor de schoonspringers echt een topsportklimaat.’

Erelijst
Het harde trainen heeft zich uitbetaald in een indrukwekkende erelijst en het mooie is dat Celine van Duijn en Jansen nog lang niet aan stoppen denken. Hoogtepunt uit de carrière van Van Duijn is haar Europese titel vanaf de 10-metertoren in 2018. Een jaar later veroverde ze op dit onderdeel zilver. Ook haar deelname aan de Olympische Spelen van Tokio was onvergetelijk. Van Duijn eindigde in 2021 – in een leeg stadion – op de tiende plek. Inge Jansen kroonde zich in 2019 tot Europees kampioen vanaf de 3-meterplank. Op de Olympische Spelen van Tokio verraste ze vriend en vijand met een vijfde plek in de individuele finale van de 3-meterplank.

De trainingsmaatjes waren er twee jaar geleden net niet in geslaagd om zich als synchroonduo te plaatsen voor de Olympische Spelen van Tokio. Daar moet voor Parijs verandering in komen. Jansen en Van Duijn zetten alles op alles om zich als koppel te kwalificeren voor het onderdeel synchroonspringen (3 meter) op de Olympische Spelen van volgend jaar in Parijs. De eerste kwalificatiemogelijkheid is op het WK in Japan, maar die wordt door de hoofdrolspeelsters en hun coach niet als realistisch gezien. ‘Dan moeten ze bij de top 3 eindigen, dat is iet te veel gevraagd’, zegt bondscoach Ramon de Meijer die na Tokio promoveerde van assistent- tot bondscoach. ‘Voor een olympisch ticket richten we ons op het WK begin 2024 in Qatar’, vertelt Van Duijn. ‘Dan moeten we bij de beste zeven koppels eindigen.’ De Meijer: ‘Het wordt een pittige opgave maar het is zeker haalbaar.’

Het synchroonduo bewees in juni dat het met de vorm goed zit. Op een fractie misten Van Duijn en Jansen tijdens de Europese Spelen in Polen de bronzen medaille. ‘Heel erg balen die vierde plek, maar we kunnen zeker trots zijn op onze prestatie daar’, stelt Jansen. Ook de bondscoach was zeer tevreden. ‘Inge en Celine hebben bewezen dat ze nu alweer kunnen meedraaien in de Europese top. Ze hebben in korte tijd veel progressie geboekt.’

DSC01796

Risicovolle operatie
Eigenlijk is het al een wonder dat Van Duijn en Jansen überhaupt kans maken op de Olympische Spelen. Celine van Duijn kampte jarenlang met ernstige schouderblessure. De sporter die vanaf jonge leeftijd haar duiken maakte vanaf de 10-metertoren leed aan boterosie. Haar klachten waren zo ernstig dat ze er zelfs in het dagelijks leven last van had. ‘Ik kon mezelf niet eens meer aankleden’, blikt ze terug op die tijd. ‘Ik wilde gewoon weer normaal als mens functioneren en dus zat er niet anders op dan een operatie.’

Het was een risicovolle ingreep die mogelijk het einde van haar springcarrière kon betekenen. Bij de operatie in maart 2022 werd het beschadigde bot van het sleutelbeen verwijderd. Van Duijn: ‘Gelukkig was het supergoed gegaan en kon ik hierna stap voor stap mijn trainingsintensiteit opbouwen.’ Na de operatie laat de Europees kampioen van 2018 de 10-metertoren voortaan links liggen en focust zich helemaal op de 3-meterplank; zowel individueel als synchroon.

Terwijl Van Duijn aan het revalideren was, zette haar trainingsmaatje in de vroege zomer van 2022 een dochter op de wereld. Jansen: ‘Ik had gehoopt dat mijn lichaam na de bevalling sneller weer helemaal topfit zou zijn. Vooral mijn buikspieren hebben echt tijd nodig gehad om aan te sterken en ook blijven mijn bekken een punt van aandacht. Nog altijd train ik iets minder dan Celine’, zegt Jansen die zich enkel en alleen richt op het synchroonspringen.

Derde troef op WK
De derde Nederlandse troef die vanaf medio juli in actie komt op het WK is de 20-jarige Else Praasterink. De specialist op de 10-metertoren maakte vorig jaar haar debuut op het WK met een knappe elfde plaats in Hongarije. Haar missie voor haar tweede WK is helder: ‘De top 12 halen want dat betekent plaatsing voor de Olympische Spelen’, zegt Praasterink die sinds drie jaar in het Amerikaanse Kentucky studeert en springt. Na haar studiejaar sloot ze zich eind mei aan bij de trainingsgroep van De Meijer in Eindhoven.

Tijdens de training kort voor vertrek naar Japan valt op dat Praasterink vanaf diverse planken haar kunsten vertoont, maar niet vanaf de 10-metertoren. ‘Van mijn tien trainingen per week, heb ik maar drie of vier torentrainingen. Voor de rest oefen ik mijn sprongen vanaf de 1- of 3-meterplank of de 5-metertoren’, vertelt Praasterink. De Meijer: ‘De impact van de sprongen van tien meter is zo groot. We zijn zuinig op onze sporters.’