Joep de Mol coacht zichzelf richting Spelen van 2021
We spreken onze kersverse ambassadeur vlak na een pittige sprinttraining in Tilburg. Desondanks ontbreekt ieder gehijg. Joep is dan ook gezegend met twee componenten, snelheid én uithoudingsvermogen. Als verdediger benut hij als geen ander deze twee zaken. “Die shuttleruns die ik net heb afgewerkt zijn altijd goed binnen onze sport. Daarnaast onderhoud ik mijn fitheid door drie tot vier keer per week hard te lopen. Omdat ik vanuit de verdediging vaak het hele veld oversteek, is die inhoud ook noodzakelijk om weer op tijd terug te zijn.” Naast al dat loopwerk (“misschien doe ik wel mee aan de Tilburg Ten Miles”) is er ook een zelfgemaakt krachthonk in huis gebouwd. “Daar kan ik met bankdrukken mijn lichaam sterk houden. In deze tijden hoeven wij niet persé hockeyfit te zijn, maar je wil natuurlijk als topsporter wel in vorm blijven.” Foto: Rogier Balk
Extra nachtjes slapen
Joep wist diep van binnen al dat de Spelen van dit jaar niet ‘gespeeld’ konden worden door de mondiale coronacrisis. “Voor mezelf heb ik lang dit beeld kunnen wegduwen. Simpelweg omdat ik topfit richting Japan wilde gaan. Het bleef tot de definitieve annulering de stok achter de deur om er hard voor te werken. Nu wordt mijn belangrijkste sportieve droom een jaar later werkelijkheid. Voor mij en mijn leeftijdsgenoten (Joep is onlangs 24 geworden, WS) is dat geen probleem. Ik kan me voorstellen dat een 36-jarige sporter meer baalt dan wij. Voor ons is het gewoon nog wat extra nachtjes slapen, voor de oudere generatie kan een droom in duigen vallen.” Joep, ooit van Push in Breda overgestapt naar het toenmalige team van Michel van de Heuvel (Oranje Zwart), noemt de inmiddels Oranje Rood gedoopte Eindhovense club, zijn mooiste Brabantse plekkie. “Dat is echt mijn club, daar heb ik mijn vrienden en met hen de mooiste dingen beleefd. Mijn nieuwe driejarig contract is net getekend en ik hoop nog wat landstitels te kunnen toevoegen aan de twee die ik al bezit.”
Mensen beter maken
Joep is naar eigen zeggen altijd wel een speler geweest die opbloeit als er mensen om hem heen zijn. “Je kunt zeggen dat ik wel aanwezig ben in een groep. Het allerhoogste woord heb ik niet, maar ik zit wel in de groep die het hoogste woord voert. Bij Oranje Rood overigens iets meer dan in het nationaal team. Overigens denk ik wel altijd eerst na voordat ik iets zeg. Naast mijn volle werkweek met hockey rond ik op dit moment een cursus coaching af. Niet sportgericht, maar gewoon om mensen beter te maken. Dat, in combinatie met mijn interesse voor pedagogiek, maakt me denk ik een geschikte ambassadeur voor Team BrabantSport. Omdat sport mij zoveel gegeven heeft, wil ik dat overbrengen op jongeren. Naast de bekende thema’s als gezondheid en sociale contacten voeg ik daar vanuit mijn eigen situatie een onsje wedstrijdelement aan toe. Dat heeft mij namelijk veel gebracht. Ook nu weer. Door de wedstrijdsport maak je geweldige dingen mee. Dat hoor ik ook van de andere ambassadeurs waar ik onlangs kennis mee maakte. Geweldig leuk om met bijvoorbeeld atlete Nadine Broersen te spreken. Ik versterk het team waar al diverse hockeyers in zitten. Als ik vanuit mijn opvoeding geen stick en bal had gekregen was ik gaan dromen van een carrière in de NBA. Maar (lachend) wellicht ben ik met mijn 1,96 meter net iets te klein voor topbasketball.