Hockey Pro League vanaf vandaag bij Oranje Rood
“Wie tophockey wil zien, moet naar Eindhoven komen!”
Woensdag 7 juni worden de eerste wedstrijden afgewerkt van de Pro League hockey. Zes dagen lang strijden de negen beste hockeylanden ter wereld tegen elkaar. Enorme uitslagen zijn niet te verwachten. Iedereen kan van iedereen winnen of verliezen, de spanning is daarom veel groter dan tijdens een ‘veegpartij’ tegen een zwakke broeder. Het geheel staat in het teken van de naderende grote toernooien, met als eindpunt de Spelen van Parijs volgende zomer. Voorafgaand aan dit voor Nederland belangrijke ijkmoment spreken we met bondscoach Jeroen Delmee en verdediger Joep de Mol.
In actie komen om te kijken waar we staan
Beiden kijken reikhalzend uit naar de eerste wedstrijd. Direct op de eerste dag worden de degens gekruist met India. De bondscoach trapt af. “We hebben vanwege de competitie zo’n vier maanden geen interlands gespeeld. Wel getraind natuurlijk, maar we willen nu echt in actie komen om te kijken waar we staan. Mijn doelstelling is dat we aan het einde van deze ProLeague-maand op een hoger level acteren dan waar we op het WK in India op geëindigd zijn. Daar grepen we het brons ten koste van Australië, ook hier een van onze tegenstanders.” Het nationale team is vanwege de recent afgelopen play-off wedstrijden nog niet op volle sterkte. “De mannen van Bloemendaal zijn nog op vakantie bijvoorbeeld. Maar dit biedt kansen om nieuwe jongens een kans te geven.” Vakantie heeft Joep de Mol heel kort genoten. “We zaten niet in de laatste fase van de competitie, dat gaf me tien dagen vrij. Eigenlijk ben ik het jaar rond wel fit, maar nu net voor deze wedstrijden sta ik echt op scherp. Het is voor mij de tweede keer dat ik hier zo’n prachtig toernooi mag afwerken op mijn eigen accommodatie.”
Volle oorlogssterkte
De eerste tegenstander van Oranje is India. Ooit samen met Pakistan het meest toonaangevende land ter wereld. Daarna lang uit beeld geraakt, maar inmiddels weer wereldtop geworden. Jeroen benadrukt dit direct. “Ze zijn net terug uit Engeland waar ze vier wedstrijden hebben gespeeld. Zij staan op scherp en vergeet niet dat ze nog geen twee jaar terug het Olympisch brons pakten in Tokio. Australië is altijd sterk, dat geldt ook voor alle andere deelnemende landen. We gaan deze maand hier en in Amstelveen eind juni in totaal twaalf wedstrijden afwerken. Hele waardevolle matches omdat we na vier maanden weer opnieuw automatismen moeten gaan inbouwen.” Kunnen landen zich al direct kwalificeren voor Parijs? “Nee, dat kan pas tijdens het EK in Duitsland over twee maanden. Dat EK moet je winnen om een Olympisch ticket te scoren. Geen eitje, want van de zes beste ploegen ter wereld komen er vijf uit Europa. Mocht het niet lukken, dan is er een tweede kans tijdens het OKT in januari.”
Spoedcursus Nederlands elftal
Zoals gemeld, is Oranje nog niet compleet. Prachtige gelegenheid voor nieuwe jongens om zich aan het venster te melden. “We hebben nog wel de ‘kapstok’ van routiniers waar we de nieuwkomers aan gaan hangen. Die krijgen deze dagen een spoedcursus Nederlands elftal. Diverse spelers schuiven door vanuit Jong Oranje. Voor hen dubbel waardevol, niet alleen debuteren ze in het grote Oranje, het is ook een mooie opstap naar hun eigen WK in Maleisië in december dit jaar.” De vraag aan Joep is of hij een mentorrol gaat vervullen richting de nieuwe teamgenoten. “Niet echt, ik heb zelf nog steeds dingen die ik moet leren. De aansturing is echt iets voor onze coaches, maar als er in het veld gecoacht moet worden zal ik dat zeker doen.” Waar bij het voetbal de nieuwkomers een zogenaamd ‘haasje’ ontvangen, ontbreekt deze traditie binnen de hockeywereld. Grinnikend kijken de mannen elkaar aan. “Nee, haasjes of zo kennen we niet. Wel is er een andere manier om nieuwe jongens welkom te heten, maar daar kunnen we niet al te diep op ingaan.” Dat het iets met Brabantse gezelligheid te maken heeft is wel duidelijk. Beide Brabanders zijn blij met het evenement in hun provincie. “Het leeft hier in Brabant enorm. Complimenten nu al voor Oranje Rood voor de prachtige voorzieningen die ze hier neerzetten. Er gaat niets boven Brabant, hoewel het ook goed is om onze sport in bijvoorbeeld Nijmegen ook te promoten. We hoeven niet altijd in het Wagnerstadion te spelen, we mogen best wat meer rouleren.”
Deel van de geschiedenis
Deze dagen knallen de routiniers er samen met de ‘jonkies’ met gestrekt been in. Tenminste dat is de wens van de coach. “We moeten dezelfde energie brengen die we hadden in India tijdens de WK. Daar was het warm, maar ook hier houden ze ineens rekening met 30 graden. Dat kunnen we hebben, zeker omdat we wat later op de avond spelen. Voor de vaste krachten in Oranje is spelen onder zware omstandigheden al een bekend fenomeen. Voor de nieuwkomers een prachtige kennismaking met de absolute topsport.” Joep vult aan. “Een interland spelen is al geweldig leuk, maar om dat hier in Brabant te mogen doen is voor veel jongens extra interessant. Dit toernooi is een geweldige start van je interlandcarrière.” De bondscoach vult dit tenslotte weer aan met de mededeling dat je vanaf je allereerste interland gewoon deel uitmaakt van de Nederlandse hockeygeschiedenis. Het is tijd voor een lunch, daarna nog een lichte training en een bespreking. Dan is Oranje zelf aan de beurt om voor 3500 mensen te shinen. Wie (nog) geen kaartje heeft (zaterdag is al uitverkocht!) moet dit snel regelen. Anders kan altijd nog via Ziggo het toernooi gevolgd worden.
Foto: KNHB en/Willem Vernes